Aalsmeer – De boot breekt met veel gekraak het glasheldere bevroren water om mij heen. Een paar tranen lopen over mijn wangen op deze ijzig koude maar zonovergoten wintermiddag. Zonder na te denken waar ik naartoe zou varen, bracht mijn boot mij naar ‘De Kleine Brug’ en vaart nu linksaf de Westeinderdijksloot in. De vorst van afgelopen nacht heeft een aardig ijslaagje achtergelaten in slootjes en plassen, ook hier in de lange mooie hoofdsloot dwars door het eilandengebied. Ik ben me ervan bewust dat dit ijs geen lang leven is beschoren, anders zou ik er natuurlijk niet door varen. In een winter met goed ijs is het mooiste winterfeest een feest van schaatsende vrolijke mensen; wie weet wat februari nog brengt…. Het belooft een vaartochtje te worden met de zon in mijn gezicht.
Geluk en triest
Met mijn schrijfsels over de natuur, die iedere dag nieuwe ervaringen en belevingen geeft, wil ik met de lezers een glimlach, en wie weet wat liefde en vrede delen. De onwezenlijke, niet te bevatten angstige zwarte wereld van nu verwart mij…. Daarom komen er wat tranen. De stilte, eenzaamheid en schoonheid die de Westeinderplassen mij geven met haar prachtige eilanden, sloten, fauna, flora en geheimen, tranen van het geluk. Tranen van onmacht en verdriet in de dreigende wereld van nu waar een paar gestoorde ‘machtswellustelingen’ bepalen wie er wel en wie er niet mag zijn en leven. Tranen om miljoenen mensen die tirannen als tamme schapen blind volgen. Rustig verder varend krijgt het krakende ijs weer de overhand.
Dames-pauwen
Aan het begin van de Westeinderdijksloot is het ijs bijna een centimeter dik waardoor de boeg van de boot nu als ijsbreker fungeert. De schotsen ijs verzamelen zich wat mij een wild kleurig en zonnig schouwspel oplevert met veel kabaal. De rust keert pas terug als het ijs weer overgaat in water, en duikende futen, koeten en waterkippen een verfrissend bad nemen. Het water is glashelder, onder de waterspiegel zie ik razendsnel futen duiken voor een lekker visje. In een flits zie ik een ijsvogeltje dat landt op de wortels van een omgestormde elzenboom aan de oever; een hemelsblauwe lucht, spierwitte schapenwolkjes en het ijsvogeltje….
Bij het watersporteiland liggen nu geen boten maar overheerst de stilte. Lege, bemoste steigers met op de meerpalen wat aalscholvers, drogend en zonnend in de wind. Het is een plaatje met de spiegelende zon. Ik besef dat ik dit vredige tafereel niet kan en mag verstoren. Bijna geruisloos vaar ik verder naar het eind van de sloot vol ijs dat als diamant de Westeinderdijksloot bedekt. De afwisseling is spannend en mooi met open stukken vol kwetterende eenden, haastige waterkippen en dan weer ijs. Als ik de sloot uitvaar word ik begroet door twee ‘dames-pauwen’. Zij grazen op een eiland en kijken mij na tot ik uit het zicht verdwijn, ik kijk verbaasd en lachend terug. De wintersloot zal binnenkort overgaan in een prachtige lentesloot waar geen mens iets aan kan veranderen…. Ik voel tranen over mijn ijskoude wangen lopen. Tranen van geluk.
Tekst en foto: Bob