Uithoorn – Veertig jaar geleden werd Piet Tijsterman beëdigd als advocaat. Zijn vader had een bloemenwinkel langs de Amstel, maar de jonge Piet werd geïnspireerd door de Latijnse teksten van Cicero en besloot rechten te gaan studeren. Na zijn studie begon hij vanuit huis aan de Dreeslaan zijn eigen praktijk. “Eigenlijk moest ik nog stage lopen bij een ander kantoor, maar de stageplekken lagen niet voor het oprapen, dus ging ik op zoek naar een buitenpatroon, terwijl ik al voor mezelf begonnen was”, blikt Piet terug. “Niemand wist dat ik daar als advocaat zat. Ik mocht geen reclame maken, dus daar zat ik te wachten met een bord in de tuin. Toen heb ik een advertentie gezet: advocaat P. Tijsterman, gevestigd in Uithoorn, zoekt secretaresse. Die vacature was er niet, maar zo kreeg ik wel naamsbekendheid”, vertelt hij lachend.
Die eerste tijd herinnert hij zich nog goed. “Als de telefoon ging, dan liet ik hem eerst drie keer overgaan. Wilde iemand een afspraak maken, dan zei ik dat ik even in mijn agenda moest kijken, die natuurlijk helemaal leeg was en dan bevestigde ik dat het kon. Mijn eerste zaak was een beslaglegging door iemand die nog steeds cliënt is.”
Piketdienst
Het waren vooral strafzaken die Tijsterman deed. “Regelmatig had ik piketdienst. Verdachten zitten vast op het politiebureau en hebben recht op een advocaat. Als je daar komt, weet je nog niets, want je hebt nog geen stukken gelezen. Het is mijn plicht om na te gaan welke bewijzen er zijn. Je moet je ver houden van een onderbuikgevoel. Een keer werd ik naar het hoofdbureau in Amsterdam geroepen. Er was een bomaanslag geweest op het Aurora-gebouw. Mijn cliënt ontkende. Na dat gesprek wilde Klaas Wilting me spreken en verslaggevers van de radio en tv kwamen als een storm op me af. Het was een dag voor mijn vakantie. Mijn vrouw en kinderen waren al in Zeeland. Maar de verslaggevers kwamen helemaal naar mijn vakantieadres om me te interviewen. Uiteindelijk is de verdachte ontslagen van rechtsvervolging na een Osloconfrontatie, waarbij meerdere personen op een rij staan en de verdachte moet worden aangewezen.”
Omslagpunt
Tijsterman heeft één keer geweigerd een verdachte bij te staan. “Iemand werd verdacht van verkrachting. Hij pleitte onschuldig. Tegen mij zei hij in de politiecel dat hij met zijn pistool naast haar had geschoten en dat ze niet anders kon. Dat stuitte me zo tegen de borst dat ik hem niet wilde bijstaan. Maar dat was de enige keer.”
Uiteindelijk kwam er een omslagpunt dat Tijsterman geen piketdienst meer wilde doen. “Soms had ik vijf of zes zaken op een dag. Vaak heroïne gerelateerde misdrijven. Steeds hetzelfde verhaal. Het was veel wachten door uitstel of getuigen die niet kwamen opdagen. Jongelui werden steeds mondiger. Zij gingen mij zeggen wat ik moest doen. Ik ben me meer gaan richten op persoon- en familierecht en arbeid en ondernemingsrecht.”
Op tafel in het kantoor staat een doos met tissues. “Mensen komen hier vooral als ze problemen hebben zoals bij een vechtscheiding.”
Zijn broer Nico werkt inmiddels ook bijna veertig jaar bij het bedrijf. Hij is gespecialiseerd in mediation. “Dat is een aparte tak van sport die mij helemaal niet ligt. Daarvoor ben ik te sturend.”
Verhuisd
Sinds kort is het advocatenkantoor verhuisd van de Admiraal van Ghentlaan naar de Molenlaan. “In 1988 hadden we het voormalige politiebureau gekocht van de gemeente. De cellen zaten er nog in en we hadden een spreekkamer met tralies voor de ramen. In 2000 hebben we het opnieuw opgebouwd, ruimer en beter geïsoleerd. Vorig jaar konden we deze kantoorruimte huren. Het is tijd om een beetje te gaan afbouwen en achter de geraniums te kruipen”, grapt Piet, maar hij gaat serieus verder. “In mei vorig jaar heb ik een bloedvergiftiging opgelopen en moest ik het noodzakelijkerwijs rustiger aan doen. Dat beviel me eigenlijk wel. Het heeft me wat kieskeuriger gemaakt. Mijn vrouw en ik hebben drie dochters en een zoon. Toen mijn oudste dochter op de basisschool een spreekbeurt hield, eindigde ze met de zin: ‘Als een advocaat ’s avonds thuiskomt, is hij nog niet klaar.’ Het is hard werken, maar ik wil niet dat ze later zeggen dat ik er nooit was. Mijn kinderen zijn niet de advocatuur ingegaan, zij hebben hun eigen weg gekozen en dat is prima. Het gaat zoals het gaat.”