Door Rein van der Zee
Aalsmeer – De voormalig Aalsmeerse muzikant Peter Lund woont tegenwoordig in Friesland. Peter speelde in de Aalsmeerse punkrockformatie ‘The Running Fingers’, lokale pioniers in dit genre.
Hoe belangrijk is muziek voor jou, Peter?
“Muziek is al vanaf zeer jonge leeftijd in mijn leven. Mijn ouders waren echte muziek luisteraars. Ik groeide op met klassiek, jazz en populair. Al snel leerde ik gitaar spelen. Tevens ging ik mij steeds meer interesseren voor pop en rock en later voor symfonische rock, tegenwoordig progrock genoemd.”
Wanneer begon je met muziek?
“Vanaf mijn tiende jaar begon ik met gitaarles, eerst nog akkoordjes en later op de klassieke gitaar. Op mijn 17ekocht ik mijn eerste elektrische gitaar. Een Epiphone, Les Paul model.”
Door wie ben jij beïnvloed?
“Door mijn oudere zus werd ik beïnvloed met The Beatles en The Rolling Stones. Door mijn moeder met Louis Armstrong. Via school met alles uit de top 40, met name de rockers. Door mijn vrienden met hardrock en punk. Maar mijn grote helden zijn Peter Gabriel en David Bowie en tegenwoordig Steven Wilson (Porcupine Tree).”
Welke instrumenten bespeel je?
“Ik ben begonnen als gitarist. Later in de band heb ik ook de bas bespeeld en gezongen. Toen ik 18 was (1977) hebben wij The Running Fingers opgericht. Met Paul Witte, Harry de Groot, Charles Posdijk en Jeroen de Lange. Geïnspireerd door de punk uit de jaren 70, Sex Pistols en The Stranglers. In 1985 stopte de band en begonnen Paul, Jeroen (de Leur) en ik met studiowerk. Eerst een oude 4 sporen Tascam en later harddisc-recording, een professionele geluidsstudio. Omdat live spelen toch altijd blijft kriebelen heb ik tussendoor in een band gespeeld met Peter Jonkers (The Zeem) en later met Paul en een zangeres (Talitha) een combo gevormd met ‘easy listening’ repertoire voor een wat ouder publiek.”
Heb je nog een leuk verhaal of een anekdote?
“Een leuke anekdote is wellicht het verhaal van ons allereerste optreden met de Running Fingers. Dat zou plaatsvinden op een punkfeest van het Alkwin college in het clubhuis van de lokale wielervereniging in Uithoorn (1978). Toen wij daar arriveerden met alle apparatuur werd ons meegedeeld dat er ook een knokploeg langs zou komen. Wij dus alles weer ingepakt. Maar wij bleven wel op het feest. Die knokploeg kwam nooit maar wel een bus vol punkers uit Amsterdam. Binnen een paar uur was het hele clubhuis half gesloopt. Toen ik maandags weer op mijn werk kwam zag ik mijn collega, Adriaan, beteuterd kijken. Hij vertelde mij toen dat zijn clubhuis dat weekend gesloopt was door een stelletje punkers. Adriaan was namelijk voorzitter van de wielerclub. Ik heb maar niets gezegd.”
Wat is jouw huidige situatie en hoe ziet de toekomst eruit?
“Momenteel woon ik in Friesland, maar werk in Amsterdam. Daardoor staat het actieve muziekgedeelte op ‘on hold’. Hoop dat na mijn pensionering weer op te pakken. Er zijn diverse plannen. Muzikaal kan ik op dit moment niet veel zeggen. Na mijn pensioen wellicht Europa in trekken met een camper of gewoon lekker in Friesland blijven en genieten van de natuur en onze kleinkinderen.”
Foto (aangeleverd): Band-foto van de Running Fingers met Peter helemaal rechts.