Aalsmeer – Dit voorjaar werden door enthousiaste vrijwilligers broeihopen aangelegd om ringslangen de gelegenheid te geven hun eieren erin af te zetten. De succesvolle locaties van vorige jaren langs de Mr. J. Takkade konden dit jaar niet opnieuw worden gebruikt. Het Hoogheemraadschap Rijnland is langs de Takkade bezig om de kade te verstevigen en kon niet toezeggen dat de broeihopen daar ongestoord zouden blijven.
Natuurgroep Aalsmeer heeft daarom dit jaar op zes nieuwe locaties een broeihoop aangelegd, verspreid over een groot gebied: vanaf eilanden van Landschap Noord Holland aan de Noordkant van de Oosteinderpoel, via de Oud Katholieke Kerk aan de Oosteinderweg, tot aan het Stokkenland in het Centrum van Aalsmeer. Die broeihopen bestaan uit takken, bladaarde, houtsnippers en paardenmest met stro. Als dat vochtig blijft, gaat het broeien en stijgt de temperatuur. In theorie creëer je op die manier de ideale omstandigheden om ringslangeieren uit te laten komen. Maar of de vrouwtjes in de praktijk ook voor de hopen kiezen, is altijd nog maar de vraag.
Op zoek naar eierschalen
Eind november werden de broeihopen door vrijwilligers afgegraven om het aantal lege eierschalen te tellen. Ook wethouder Sven Spaargaren spitte enthousiast mee op zoek naar de eierschalen. Helaas bleek niet elke broeihoop succesvol. Bij het doorzoeken van de broeihoop op het Stokkenland bleek dat er geen ringslang haar eieren in had afgezet. Dat komt op nieuwe locaties vaker voor: de ringslang moet de hoop ‘ontdekken’. Zodra er eenmaal eieren in zijn afgezet, is de kans groot dat in de volgende jaren er weer en vaak meer eierschalen worden gevonden. Een broeihoop die was aangelegd op een drassige oever van een eiland van Landschap Noord Holland bleek bijna door de zudde heen gezakt. Daardoor is er van broei in deze hoop niets terecht gekomen en hebben de ringslangen deze plek links laten liggen. Dat was een leermoment: de ‘fundering’ van de broeihoop moet wel stabiel zijn en boven het waterniveau blijven. De twee locaties waar dit jaar al wel eierschalen zijn gevonden, waren die op de rand van het Schinkelbos (20 stuks) en op de kop van rietland tegen de Ringvaart aan (50 stuks). Omdat volwassen vrouwtjes 20 tot 30 eieren leggen, kan afgeleid worden hoeveel vrouwtjes er minimaal de broeihopen hebben gebruikt.
De jonge ringslangentjes komen in de nazomer uit het ei, kruipen uit de hoop en trekken er dan volledig zelfstandig erop uit. Slechts een klein deel van het jonge kroost wordt volwassen. Al die andere jonge slangetjes vallen ten prooi aan roofvogels, roofdieren, honden en katten of verkeer. Om bij de broeihopen op de Oosteinderpoel te komen, werd een praam gebruikt van Seringenkweker Maarten Maarsen. Maarten ziet steeds vaker een ringslang zonnen op een akker en zwemmen in het water. Hij geniet elke keer weer van zo’n onverwachte ontmoeting!
Zeldzaam, niet giftig
De ringslang is een zeldzaam reptiel (niet giftig of gevaarlijk) dat in het watergebied rond de Takkade en op het Bovenland een prima leefgebied heeft. Een gebied waar veel voedsel te vinden is zoals kikkers, visjes, slakken en muizen.
Ecologische verbinding
De gegevens over de eieren in de broeihopen worden jaarlijks verzameld en gedeeld met natuurorganisaties. Ze geven een beeld van de toestand voor de ringslangen in de regio. De jaarlijkse aanleg van broeihopen is een succes. De ontwikkeling van de ecologische verbinding van het Amsterdamse Bos via het Schinkelbos met Aalsmeer heeft hier zeker aan bijgedragen. De populatie ringslangen in deze regio is gezond en is in staat te migreren naar andere gebieden. Natuurgroep Aalsmeer spant zich in om stap voor stap de ringslag te ondersteunen bij de migratie richting Leimuiden. Volgend voorjaar gaat Natuurgroep Aalsmeer weer aan de slag met het aanleggen van broeihopen in Aalsmeer!
Foto: Boswachter Jocelyn de Kwant en leden van Natuurgroep Aalsmeer met eierschalen van ringslangen. Foto’s: aangeleverd