Uithoorn – Bijna een jaar nadat bezwaarmakers hun zienswijze op het Verkeersbesluit betreffende de Koningin Máximalaan hadden ingediend, kregen zij daar dinsdag 7 februari eindelijk antwoord op. Er waren 59 bezwaren ingediend en uit het persbericht wat de gemeente aan de media stuurde, bleek het merendeel daarvan ofwel niet ontvankelijk, dan wel ongegrond te zijn. Op één zienswijze na die het wel haalde en toezegging van de gemeente om enkele praktische maatregelen te treffen om de leefbaarheid en verkeersveiligheid te vergroten. Zijnde de plaatsing van een haag ter voorkoming van inschijnende koplampen en het aanbrengen van een ‘verkeersplateau op de Prinses Irenelaan.’ Voor alle andere zaken (zienswijzen) geeft het college overal nul op het rekest omdat zij aan alle kanten meent te voldoen aan wettelijke voorschriften. Dit ondanks het feit dat de bezwaarschriftencommissie van mening is dat acht ingebrachte bezwaaronderwerpen (van ontvankelijk verklaarde partijen) gegrond zijn! Het college is op haar beurt echter van mening dat dit bij zeven van die onderwerpen echter niet het geval is omdat deze met een aanvullende onderbouwing goed te weerleggen en toe te lichten zijn. De bezwaarcommissie geeft zelf in haar advies ook een aantal keren aan nog vragen te hebben en dat er over sommige kwesties onvoldoende informatie beschikbaar is bij de commissie.
Bezwaren
Op 1 maart 2016 besloot het college van burgemeester en wethouders (B&W) een Verkeersbesluit in te stellen op de toenmalige N196, nu de Koningin Máximalaan, vanaf de Prinses Irenebrug tot aan de kruising met de Laan van Meerwijk. Dit met het doel op termijn het doorgaand verkeer via de brug v.v. door het centrum van het Oude Dorp te weren om ‘de leefbaarheid, levendigheid, veiligheid en bereikbaarheid’ te vergroten. Tegen dit Verkeersbesluit konden met name belanghebbende en betrokken inwoners uit Uithoorn en de regio binnen de wettelijke termijn bezwaar aantekenen (een zienswijze indienen). Iets wat resulteerde in de 59 zienswijzen waarop nu een uitspraak is. Met de gevolgde procedure zal niet iedereen tevreden zijn, net zomin als de beantwoording. En dat is misschien nog zacht uitgedrukt. Een verdere afname van het vertrouwen in de bestuurlijke kwaliteiten van het college ligt hieraan ten grondslag.
Uitgebreide informatie over dit onderwerp leest u verder in de Nieuwe Meerbode van 15 februari.