Regio – Het college van B en W van De Ronde Venen heeft besloten een volgende stap te zetten in de procedure om met Uithoorn tot overeenstemming te komen betreffende het geschil over de Prinses Irenebrug. De Ronde Venen en Uithoorn hebben getracht het geschil in onderling overleg op te lossen. Dit is niet gelukt. De Ronde Venen heeft daarom dinsdag 9 december besloten mediation (een bemiddelaar) in te schakelen om te kijken of op die manier tot overeenstemming kan worden gekomen. Om de omlegging van de N201 mogelijk te maken is tussen een groot aantal partijen, waaronder De Ronde Venen en Uithoorn, een Realisatieovereenkomst gesloten. Deze overeenkomst gaat voor het dorpscentrum van Uithoorn uit van een autoluwe inrichting en niet van de thans door Uithoorn voorbereide autovrije herinrichting, waarbij door middel van een ‘knip’ de N201 (thans N196) volledig wordt afgesloten. Omdat deze plannen in strijd zijn met de Realisatieovereenkomst, doet De Ronde Venen een beroep op de in de overeenkomst opgenomen geschillenregeling. Bij Stap 1 van deze regeling trachten partijen het geschil in onderling overleg op te lossen. Hiertoe heeft op 5 november 2014 een bestuurlijk overleg plaatsgevonden tussen de provincie Noord-Holland en Uithoorn en De Ronde Venen. Uitkomst van dit overleg is, dat de eerder door de partijen ingenomen standpunten onveranderd zijn en dat via dit overleg geen oplossing is gevonden voor het geschil.
Vanwege deze uitkomst heeft het college van B en W van De Ronde Venen 9 december besloten om stap 2 te zetten. Via deze stap trachten partijen het geschil op te lossen met behulp van mediation. De provincie Noord-Holland en de gemeente Uithoorn zijn hiervan inmiddels schriftelijk op de hoogte gesteld.