Uithoorn – Al fietsend langs de Amstel kwam reed ik langs het gebouw aan de Amsteldijk-Noord 35 beter bekend als het voormalig hoofdkantoor van de Cindu. Een plek waar eens veel bedrijfsactiviteit was en die de gemoederen inzake het milieu en veiligheid in Uithoorn en landelijk behoorlijk bezig hield. Het ligt er nu eenzaam en verlaten bij en doet denken aan een spookgebouw. Het is bijna mooi door zijn lelijkheid. Ik stap af en bedenk dat deze plek een stukje historie en geschiedenis is van Uithoorn. Niet de mooiste herinneringen komen dan boven maar zeker de moeite waard om even bij stil te staan al was het maar uit respect voor de brandweermannen die hier het leven lieten.
Stukje geschiedenis
In 1863 vestigde de Koninklijke Chemische Fabriek zich in Uithoorn. Het bedrijf, dat voornamelijk zwavelzuur produceerde, werd in 1891 overgenomen door de Amsterdamse concurrent Ketjen en Co. De nieuwe eigenaar breidde de eigen fabrieken in Amsterdam zodanig uit dat geen behoefte meer bestond aan continuering van de productie bij de vestiging in Uithoorn. De fabriek werd na 1916 verkocht aan een Utrechtse sloper, die echter niet overging tot sloop. Met de distillatie van ruwe steenkoolteer, een afvalproduct van Hoogovens, produceerde de fabriek onder de nieuwe naam Nederlandsche Teer en Asphalt Industrie wegenteer, een op dat moment veelgevraagd product. De naam van het bedrijf werd na een fusie in 1955 met de Utrechtse Asphaltfabriek veranderd in Chemische Industrie Uithoorn N.V. (Cindu).
Cindu en de externe omgeving
Jarenlang neemt Cindu binnen Uithoorn een belangrijke plaats in. Economisch gezien is Cindu een belangrijke speler in Uithoorn en de horeca is eveneens gebaat bij het bestaan van het bedrijf. De contacten tussen bedrijf en gemeentelijke overheid zijn intensief. Ontwikkelingen in het bedrijf en veranderingen in regelgeving zorgen voor een nagenoeg constante noodzaak tot wederzijds contact. De activiteiten van de bedrijven, die kortweg worden aangeduid als Cindu, zijn steeds onderworpen geweest aan toezicht door verschillende overheidsorganisaties
Stichting Cindroom
Cindu was ook één van de eerste Nederlandse bedrijven die de aandacht van de milieubeweging kreeg. De actiegroep Cindroom ageerde tegen de kwalijke uitstoot van de fabriek. Door kleine incidenten in de fabriek ontstond geregeld schade aan de installaties, waardoor soms toxische stoffen onbedoeld in het milieu kwamen of waardoor medewerkers licht letsel opliepen. Ook kwamen er steeds meer klachten van omwonenden. Daardoor kwam er een werkgroep van verontruste Uithoornse bewoners. De Stichting Werkgroep Cindroom volgde de procedures telkens op de voet, maakte bezwaar en gebruikte de media om bepaalde zaken op de voorgrond te brengen.
Luchtverontreiniging en Waterlozingen
Het doel van de stichting was een schone leefomgeving voor mens, dier en plant in Uithoorn en omliggende gebieden te bevorderen. Bij nagenoeg elke aanvraag van vergunningen door Cindu, was de Stichting Werkgroep Cindroom met een protest aanwezig. De leus die de werkgroep bij de oprichting voerde, luidde: “Cindu moet blijven, maar de omwonenden ook”. Uit onderzoek bleek dat bewoners van Uithoorn meer klaagden over de kwaliteit van de lucht en over onveiligheid dan de gemiddelde Nederlander. Echter verschillende overheidsorganisaties verklaarden uitdrukkelijk dat Cindu aan de wettelijke eisen voldeed.
Zwarte dag
Dan is er op donderdag 8 juli 1992 de zwartste dag in de geschiedenis van Cindu. Op een warme zomerse ochtend was er de ontploffing en brand bij de chemische industrie Nevcin, welke onderdeel was van Cindu en gevestigd op hetzelfde terrein. Hierbij ontplofte een polymerisatieketel, welke gevolgd werd door een flinke brand, waarvan de rook nog tot in de verste verte te zien was. De bedrijfsbrandweer wordt er op afgestuurd, maar tijdens het onderzoek volgt er een vernietigende explosie. Bij de ontploffing komen drie brandweermannen om het leven: Cor de Bruin, Bert Gijzen en Eric de Meijer en er raakte in totaal elf personen gewond, waarvan één zeer ernstig.
Grote impact en belangrijke les
De ramp had een grote impact op de omliggende gemeenschap. Veel inwoners waren bezorgd over de risico’s van industriële activiteiten in hun woonomgeving. De gemeente Uithoorn en het bedrijf hebben stappen ondernomen om het vertrouwen te herstellen, waaronder betere communicatie over risico’s en veiligheidsmaatregelen. Deze ramp heeft dan ook een blijvende invloed gehad op het veiligheidsbeleid in Nederland. Na de ramp zat er een negatief imago op het bedrijf.
Spookgebouw
Op 1 maart 2010 kwam Cindu Chemicals in handen van het Amerikaanse chemiebedrijf Koppers Inc. Na bijna vier jaar werd door dit bedrijf de productie gestopt en op 30 juni 2014 sloot de fabriek zijn deuren in Uithoorn. Nu is het nog slechts een leegstaande spookgebouw met kapotte ramen en het herinnerd velen aan de ramp en het litteken dat de beruchte chemische fabriek Cindu (de ’teerpot’) heeft achtergelaten in Uithoorn zal altijd blijven.
Bijzonder stukje Uithoorn
Een particulier belegger heeft het in 2019 gekocht en het is nog onduidelijk wat er met het kantoorgebouw gaat gebeuren. Natuurlijk is dit een prachtige plek voor een mooi appartementencomplex met uitzicht over de Amstel. Je zou bijna denken om de stijl van het gebouw te behouden. Er zijn ook al diverse plannen langs gekomen, maar vooralsnog staat het gebouw inmiddels al 15 jaar leeg en dat is ook iets om even bij stil te staan. Ik pak mijn fiets en vervolg mijn weg langs de Amstel en denk; “Het is en blijft een bijzonder stukje Uithoorn waar heel veel samenkomt”.
Foto: aangeleverd