Aalsmeer – Het jeugdhulpstelsel staat in heel Nederland onder druk. Er wordt veel van gemeenten gevraagd terwijl er steeds minder geld is. Eén op de zeven kinderen heeft op dit moment jeugdhulp, aan het begin van deze eeuw was dat nog één op de twintig. Met deze trend loopt het jeugdhulpstelsel vast. Een andere kijk is nodig. Door de enorme druk op het jeugdstelsel en de gemeentelijke financiën ontstaan personeelstekorten en lange wachttijden. Met name kinderen die de hulp het hardst nodig hebben worden van deze ontwikkeling de dupe.
Nadruk op eigen kracht
In de verordening jeugdhulp welke onlangs door de gemeenteraad is vastgesteld, wordt meer nadruk gelegd op eigen kracht. Dit is het vermogen van de jeugdige en zijn ouders om zelf, of met hun sociale netwerk, oplossingen te vinden. Niet elk probleem behoeft een oplossing vanuit de overheid. “Problemen horen bij het leven”, zegt wethouder Bart Kabout. “Wij zien graag dat mensen meer naar elkaar omkijken en elkaar helpen om moeilijke situaties te doorstaan. We helpen onze inwoners hierbij graag op weg, zonder mensen afhankelijk te maken van hulpverleners. Bij lichtere problemen moet vooral ingezet worden op eigen kracht en op bijvoorbeeld groepsaanbod.”
Specialistische hulp
Het gevaar van een alsmaar stijgend beroep op de jeugdhulp, is dat dit ten koste gaat van kinderen die specialistische hulp het hardst nodig hebben. Wachtlijsten zijn met name zorgelijk voor kinderen uit gezinnen waar veiligheidsrisico’s spelen of die anderszins in kwetsbare levensomstandigheden verkeren. Wethouder Kabout: “We moeten de schaarse zorgprofessionals vooral inzetten voor de kinderen die dit het hardst nodig hebben.”