Uithoorn – Het waterschap Amstel, Gooi en Vecht is in de Bovenkerkerpolder tussen Uithoorn en Amstelveen, bezig met het wegvangen van karpers en brasems. Volgens het waterschap zijn er zo veel van deze en andere bodemwoelende vissen dat dit slecht is voor de waterkwaliteit, de biodiversiteit en de oevers. De gevangen vissen worden elders uitgezet waar ze geen probleem kunnen vormen. Waterschapsbestuurder Sander Mager, van de groene waterschapspartij Water Natuurlijk, licht aan deze krant toe dat het wegvangen van bodemwoelende vis een van de vele maatregelen is die het waterschap neemt om de waterkwaliteit te verbeteren. ‘Karpers en brasems woelen de bodem om op zoek naar voedsel. Ze maken daarbij het water troebel en de oevers instabiel. Oevers storten vervolgens in, waardoor op veel plekken een dikke baggerlaag aanwezig is en het water troebel blijft door het woelen.’ Die effecten zijn in de Bovenkerkerpolder inderdaad goed te zien. Het water is vaak zo troebel dat water- en oeverplanten sterk achteruitgegaan zijn. De oevers zijn afgekalfd waardoor er weer nog meer grond en de voedingsstoffen uit die grond, in het water terecht gekomen zijn.
Keernetten
Het waterschap ving afgelopen week de vissen weg in de brede sloot naast de Middenweg. Hierbij worden alle zijsloten met keernetten afgezet. Zo worden in de komende weken totaal 6 kilometer aan brede watergangen in de polder, tussen de Middenweg en de Bovenkerkerweg, bevist. Volgens een eerdere raming zou er in totaal ongeveer 550 kg brasem en 775 kg karper in die bredere sloten aanwezig zijn. Mager: ‘De eerste vangstresultaten laten zien dat er echter wel 4 keer meer vis zit, dan we al dachten. En het zijn ook nog vaak hele grote exemplaren. Dat is echt een zeer grote hoeveelheid vis, wat beslist een negatief effect op de kwaliteit van het water en de oevers heeft.’
Het waterschap vangt de vissen zo diervriendelijk mogelijk met netten. De gevangen vissen worden op andere locaties, waar ze geen probleem kunnen vormen, weer uitgezet. Gewenste vissoorten als snoek, baars en zeelt, die gevangen worden, zet het waterschap direct weer terug op dezelfde plek. Volgens Mager zal het waterschap ook in andere polders in de regio bodemwoelende vis gaan wegvangen als deze een bedreiging is geworden voor de waterkwaliteit. Dat is nodig om uiterlijk in 2027 de waterkwaliteitsdoelen van de Europese Kader Richtlijn Water (KRW) te halen.