Door Rein van der Zee
Aalsmeer – De Aalsmeerse Annet de Jong heeft gitaar, dwarsfluit en viool gespeeld maar is uiteindelijk gaan zingen bij ACOV, de Aalsmeerse Christelijke Oratorium Vereniging (ACOV). Wel twijfelde ze of ze niet zou instromen bij het Amstelveens Symfonie Orkest, toch koos Annet om te gaan zingen.
Hoe belangrijk is muziek voor jou, Annet?
“Muziek is altijd een onderdeel van mijn leven geweest. Mijn eerste herinnering gaat terug naar de tijd dat mijn moeder thuis op een harmonium speelde en dat er op zondagavond werd gezongen. In de loop der jaren is muziek eigenlijk alleen maar belangrijker geworden. Vooral aanbiddingsmuziek.”
Wanneer begon je met muziek maken?
“Ik begon met muziekles toen ik zes jaar oud was. De juffrouw van de 1e klas gaf na schooltijd blokfluit-les aan kinderen die dat wilden en ik vond dat geweldig. Actief luisteren naar muziek begon toen ik zeven was. Toen ging ik voor het eerst mee naar de Matthäus-Passion, toen nog in de voormalige CAV. Een geweldige ervaring. Ik was vooral gefascineerd door het orkest.”
Door wie ben je beïnvloed?
“Moeilijk te zeggen. Het zit in de genen, mijn vader en moeder zongen beiden in een koor. Dat was zeker een stimulans maar dat zegt niet alles. Mijn zussen hebben bijvoorbeeld veel minder met muziek.”
Bespeel je ook een instrument?
“Ik begon met sopraanblokfluit. Toen de muziekschool werd opgericht ging ik klassiek gitaar spelen met daarnaast altblokfluit. Toen ik elf was kwam ik in het jeugdorkest van Aalsmeers Harmonie in beeld en ben ik dwarsfluit gaan spelen. Dat heb ik heel wat jaren gedaan totdat ik een auto-ongeluk kreeg waarbij er glassplinters in mijn gezicht bleven zitten die het spelen onmogelijk maakten. Omdat het bloed toch kruipt waar het niet gaan kan ben ik op vioolles gegaan. Dat heb ik een aantal jaren gedaan. Nadat de glassplinters operatief waren verwijderd kreeg ik met enige oefening ook weer geluid uit mijn dwarsfluit trouwens.
In 2001 begon het te kriebelen en wilde ik weer wat gaan doen met mijn muziekervaring. Ik twijfelde tussen het Amstelveens Symfonie Orkest en de ACOV, maar voelde me qua sfeer meer thuis bij het koor. Het werd dus zingen en dat doe ik nog steeds. De Aalsmeers Christelijke Oratorium Vereniging (ACOV) is een gemengd koor met 65 leden. We zingen niet alleen oratoria, maar geven ook regelmatig concerten met kleinere werken. We zingen meestal klassieke muziekstukken (vaak met religieuze inhoud) van o.a. Mozart, Vivaldi, Händel, Haydn, Bach e.d. zoals bijvoorbeeld de Johannes Passion, Requiem, Gloria, Matthäus-Passion en kleinere werken van Mendelssohn, Stanford en Franck. In 2004 kwam ik in het bestuur van de ACOV.”
Heb je nog een anekdote?
De ACOV heeft heel veel jaren concerten gegeven in de Bloemhof. Dat ging meestal goed, maar niet altijd. Bijvoorbeeld de keer dat de Bloemhof dubbel verhuurd was en wij moesten uitwijken naar een andere dag. Of de keer dat iemand van de koorleden onwel werd en afgevoerd moest worden met een ambulance. Maar het heftigst was de keer dat er brand ontstond bij de buren. Toen moest halverwege het concert de Bloemhof plotseling ontruimd worden. Best heftig.”
Van welke muziek houd jij?
“Ik heb helemaal niets met popmuziek, maar houd van jongs af aan vooral van klassieke muziek. Daar is later aanbiddingsmuziek bij gekomen.”
Hoe ziet de toekomst eruit?
“Wat het koor betreft is de huidige situatie dat onze leden steeds ouder worden en dat jonge aanwas niet vanzelfsprekend is. We zien ook dat mensen het tegenwoordig lastig vinden om zich langere tijd aan een vereniging te binden. Daarom stellen we ons koor regelmatig open voor gastzangers. En gelukkig is de sfeer op ons koor zo goed dat er soms mensen blijven ‘hangen’ en besluiten lid te worden. We zien zelfs weer een lichte groei in het ledenaantal. Wat mijzelf betreft: ik blijf lekker zingen en wie weet pak ik mijn instrumenten nog een keer op.”
Foto (aangeleverd): concert ‘de Messiah’ (2003).