De Ronde Venen – Energiecoöperatie Veenwind gaat nauw samenwerken met De Windvogel, een landelijke energiecoöperatie die hier vooral bekend is als eigenaar van de Amstelvogel, de windmolen bij de Ouderkerkerplas. De samenwerking betreft de ontwikkeling en exploitatie van een zonneveld in de Waardassackerpolder, pal naast de A2 bij Abcoude.
‘De Windvogel is een zeer professionele club’, zegt Laurens Conijn, al vanaf het allereerste uur betrokken bij de ontwikkeling van het zonneveld in de Waardassackerpolder. ‘En dat is belangrijk, want het ontwikkelen van een zonneveld is ingewikkeld. En daarna moet het veld ook nog geëxploiteerd worden.‘
Windvogel vult op tal van terreinen Veenwind aan. Veenwind heeft geen kapitaal, De Windvogel wel. En zoals Conijn zegt: De Windvogel is professioneel, terwijl ‘Veenwind uit amateurs bestaat’.
Er is nog een groot voordeel aan de samenwerking met De Windvogel: ’Het is een echte coöperatie, die ons vooruit wil helpen. Wij kunnen straks beginnen met een bescheiden bijdrage, en op termijn kunnen we ons aandeel vergroten voor een hele goede prijs.‘
Handtekening
Met het zetten van de handtekening is het zonneveld er nog lang niet, geeft Conijn toe, maar het komt wel dichterbij. ‘We moeten nu gaan onderhandelen met de projectontwikkelaar, Ventolines. Die heeft het recht om daar een veld te ontwikkelen, daar kunnen we niet omheen. Met De Windvogel aan zijn zijde, gaat Veenwind met meer vertrouwen die onderhandelingen in, zegt Conijn.
Of het veld er nu ook echt komt, is afhankelijk van twee vragen: is het veld rendabel te maken, en lukt het om een aansluiting op het stroomnet te krijgen? Die rentabiliteit leek een paar jaar geleden, toen een groep vrijwilligers begon na te denken over het zonneveld, nog dik in orde. Maar inmiddels lopen de stroomprijzen alsmaar terug, en daarmee de toekomstige inkomsten voor de coöperatie. ‘Dat komt door de steeds toenemende hoeveelheid zonnestroom’, zegt Conijn. ‘Daardoor wordt de elektriciteitsprijs op zomerse dagen steeds vaker negatief. Wie dan stroom produceert, moet bijbetalen.’ Voor dat probleem is een oplossing denkbaar: ‘We overwegen of we dat kunnen oplossen door een batterij te plaatsen.’
Is het dan nog wel een goed idee, een zonneveld?
‘Als het niet rendabel kan, doen we het niet. En inderdaad, een windpark zou veel beter zijn. Maar dat vindt de gemeenteraad geen goed idee.’
Over gemeente gesproken: helpt de gemeente jullie een beetje?
‘Niet echt. We hebben geen cent subsidie van de gemeente gekregen. En de gemeente legt ons wel heel veel beperkingen op waardoor we alleen kleine velden kunnen ontwikkelen. Die zijn minder rendabel. Het veld dat we nu op het oog hebben, met 14 hectare zonnepanelen, dat is echt op het randje.’
En wat vinden de omwonenden ervan?
‘Eerst waren de polderbewoners helemaal niet blij met het idee. Maar daarna wilden ze zelf een veld ontwikkelen, op een kavel midden in de polder. Dat bleek toch niet haalbaar, door de dalende stroomprijs en omdat je op die plek de weidevogels zou verstoren. En dat mag niet. Maar we zijn in goed overleg met de omwonenden. En we hebben een omgevingsfonds tot onze beschikking, uit de inkomsten van het zonneveld. Daarmee kunnen we problemen in hun omgeving oplossen.’
De gemeente heeft in zijn beleid staan dat er 95 hectare zonneveld moet komen in 2030. Gaat dat lukken?
Conijn moet lachen. ‘Nee, dat lukt op geen stukken na. Dit veld is al niet zeker. Dan zijn er nog twee projecten die nog enigszins serieus lijken. Daar heeft Veenwind wel contact mee. Al die andere initiatieven lijken kansloos. Dus ik denk dat we op maximaal 42 hectare zonneveld uitkomen, nog niet de helft van het doel dat de gemeente zich stelde.
’Maar komt dit veld er nou voor 2030?’
’Ik denk niet voor 2030. Het stroomnet zit zo vol dat we op zijn vroegst in 2028 een aansluiting kunnen krijgen. En dan moet alles meezitten.’
Lichten staan voorzichtig op groen
De Windvogel is een coöperatie met een rijke geschiedenis. Het is één van de oudste energiecoöperaties in Nederland, opgericht in 1991 vanuit een kerkelijke organisatie. ‘Die mensen wilden voor de toekomst zorgen’, zegt bestuurder Kjell Schippers, die vanuit De Windvogel de samenwerking met Veenwind tot stand heeft gebracht.
In Bodegraven Reeuwijk bouwde De Windvogel haar eerste windmolen, die overigens tien jaar geleden van ellende omviel. Maar inmiddels heeft de coöperatie een hele reeks windmolens in het hele land. En belangen in windparken en zonnevelden. ‘Altijd samen met lokale energiecoöperaties’, zegt Schippers. Want daar is het om te doen: ‘Ons doel is het verder laten groeien van duurzame energie. Bij elk nieuw project zoeken we de samenwerking, dat maakt de projecten beter. Wij willen een soort moederplant zijn. Wij kunnen kennis en geld inzetten. Beginnende lokale coöperaties hebben dat vaak niet in huis.’ Doel is niet om zelf te groeien, want uiteindelijk kunnen die lokale coöperaties, als ze zelf sterk genoeg zijn, De Windvogel weer grotendeels uitkopen. Niet tegen woekertarieven, maar voor de prijs die De Windvogel zelf heeft moeten investeren. ‘Als wij bijvoorbeeld 1 euro hebben geïnvesteerd, kan Veenwind dat bezit later voor 1 euro overnemen’, zegt Schippers.
Minimaal
Maar De Windvogel wil wel altijd minimaal 20% in het nieuwe project zelf houden, om het eigen vermogen op peil te houden. Dat lukt tot nu toe heel goed. ‘We hebben nu 8 miljoen euro aan ledenkapitaal in beheer, zegt Schippers. En juist dat vermogen geeft een startende coöperatie als Veenwind een aangename steun in de rug.
‘Gaat dat zonneveld bij Abcoude er dankzij De Windvogel dan echt komen?’
‘Dat is een lastige vraag’, zegt Schippers. ‘De rendementen van zonnevelden staan onder druk, de kosten zijn hoog en de opbrengsten niet gegarandeerd. Maar als ik naar het laatste model van het bedrijfsplan kijk, zeg ik: de lichten staan voorzichtig op groen.’
Op de foto: Samenwerking getekend. Rechts voor Kjell Schippers (De Windvogel), achter hem Laurens Conijn (Veenwind). Linksachter Wim Smit, midden Gerard Reijn, links voor Tom van Lindert (allen bestuur Veenwind). Foto is aangeleverd.