Regio – Dat de natuur soms verrassend kan zijn, blijkt wel in de plassen van het Utrechtse natuurgebied Botshol. Tien jaar lang werden tijdens onderzoek naar onderwatervegetatie nauwelijks of geen waterplanten aangetroffen. Het gebied was vergelijkbaar met een ‘onderwaterwoestijn’. Het was dan ook een grote verrassing dat er dit jaar zowel groot nimfkruid als diverse kranswieren zijn gevonden. Dit zijn voor het gebied kenmerkende waterplanten. Ook de helderheid van het water was – vergeleken met de voorgaande tien jaar – enorm verbeterd. “Waarom deze onderwaterplanten weer terug zijn, weten we nog niet”, vertellen Renske Diek en Winnie Rip, ecologen bij Natuurmonumenten en Waterschap Amstel, Gooi en Vecht. “Maar we zijn wel heel blij dat ze er weer zijn.”
Botshol is een Hollands laagveengebied met veenplassen, smalle slootjes, rietland en moerasbos. Van oorsprong is het water rijk aan waterplanten, waterdiertjes en vissen. Maar door de te grote voedselrijkdom zijn er al lange tijd zorgen over de waterkwaliteit. Teveel voedingsstoffen zorgen voor veel algen en daarmee groen en troebel water. Door gebrek aan licht zijn daardoor de voor het gebied kenmerkende waterplanten verdwenen. Maar dat lijkt nu dus te veranderen. Dat is goed nieuws voor het ecosysteem, want in de natuur grijpt alles in elkaar. Renske Diek, ecoloog bij Natuurmonumenten: “Waterplanten zijn de basis van het ecosysteem onder water en hebben licht nodig om te groeien. De planten zorgen niet alleen voor zuurstof en helderheid van het water, maar zijn ook een schuilplaats en kraamkamer voor veel vissen, amfibieën en insecten, zoals libellen.”
Goede voorbode
De resultaten van het jaarlijkse onderzoek naar onderwatervegetatie in Botshol waren al wel een kleine voorbode voor dit succes. Stichting Waterproef, die voor het Waterschap Amstel, Gooi en Vecht jaarlijks onderzoek doet in Botshol, trof in juni vorig jaar al een veldje groot nimfkruid in de plas de Kleine Wije. Bij hetzelfde meetpunt werd in juni 2024 al veel meer groot nimfkruid en ook gebogen kransblad gevonden.
Vaargidsen zien meer waterplanten
Verschillende vaargidsen, die voor Natuurmonumenten vaarexcursies in Botshol verzorgen, meldden echter dat zij in de loop van de zomer op veel méér locaties in de Kleine en Groote Wije waterplanten hadden gezien. Een goede reden voor Waterschap Amstel, Gooi en Vecht om extra watermonsters te laten nemen in beide plassen. Met resultaat: afgelopen week werd in de Kleine Wije een hoge bedekking van groot nimfkruid waargenomen en werden er vier verschillende soorten kranswieren gespot. Ook het water is opvallend helder geworden. Renske Diek: “Bijna overal in de Kleine Wije kan je de bodem weer zien. In de diepere delen van de Groote Wije heb je nu tot 1.80 meter zicht. Dat is ongekend: de afgelopen tien jaar was het doorzicht hooguit 30 cm.”
Groot raadsel
Het is nog een groot raadsel waarom op dit moment weer diverse waterplanten groeien in Botshol. “Botshol stond vroeger bekend om zijn rijke kranswiervegetatie. In de jaren zeventig van de vorige eeuw waren de kranswieren verdwenen. Na maatregelen door het waterschap Amstel, Gooi en Vecht in 1988 trad snel herstel op. Rond 2000 begon de hoeveelheid onderwatervegetatie echter per jaar te wisselen. Rip heeft uitgezocht dat in jaren met veel neerslag in herfst en winter de volgende zomer een afname van waterplanten te zien was. “Opvallend genoeg zien we nu dus het omgekeerde. Er staan nu juist veel waterplanten”, vertelt Diek. “Terwijl afgelopen najaar en winter extreem nat waren”, sluit Rip af. Waterschap en Natuurmonumenten gaan meer onderzoek doen en hopen dit raadsel samen te gaan ontrafelen.
Foto: Rob Idema.