Zal officieel Rijksmonument toch gered worden?

Mijdrecht – Wie kent de schandalig verwaarloosde boerderij aan de Industrieweg 30 in Mijdrecht niet? Het gaat om de vervallen ‘kop-romp’ boerderij, die in 1879 is gebouwd op de plek van een oudere boerderij. De huidige eigenaar heeft serieuze plannen ontwikkeld om de historische ‘kop-romp’ boerderij te herstellen en te verduurzamen. Wie had dat kunnen dromen na meer dan 20 jaar gesteggel?

Monumenten goed te zien
Net als de naastgelegen dubbele arbeiderswoning – Industrieweg 32 en 34 – gaat het om een officieel rijksmonument. Die status dateert uit het jaar 2000. In de nieuwe plannen blijft het open karakter van het perceel aan de voorzijde  langs de Industrieweg behouden. Daardoor blijven de monumenten goed te zien. Bovendien wordt de oorspronkelijke polderstructuur hersteld, sloten worden weer open gegraven en krijgen groene oevers. Er zou zelfs ruimte zijn voor een hoogstamboomgaard en voor knotwilgen.

Ruimtelijk Kader
De provincie Utrecht heeft afgelopen zomer een subsidie toegekend die een deel van de restauratiekosten aan de buitenzijde van de boerderij dekt. Aanstaande donderdag, 7 november, wordt een technische toelichting gegeven aan de gemeenteraad. Dan wordt het zogeheten Ruimtelijk Kader Industrieweg 30-34 besproken. Daarin worden de voorwaarden vastgelegd voor de ontwikkeling van het betreffende perceel. Vervolgens kan het plan worden uitgewerkt door de initiatiefnemer met het college van b en w.

Ruimtelijke kwaliteit
In het Ruimtelijk Kader worden de uitgangspunten vastgelegd voor het stedenbouwkundig en architectonisch ontwerp en geeft de gemeente aan de initiatiefnemer zekerheid om te kunnen starten met de werkzaamheden. Volgens het college van b en w is dat nodig voor de revitalisering van het rijksmonument. Op het bedrijventerrein Mijdrecht zou een bijzondere plek ontstaan, die positief bijdraagt aan de ruimtelijke kwaliteit van de Industrieweg.

Perceel met zes ‘bouwvelden’
De bestaande boerderij krijgt bij voorkeur een horeca/bijeenkomstfunctie, de dubbele arbeiderswoning behoudt de huidige woonfunctie en de nieuwbouw krijgt hoofzakelijk een bedrijfsfunctie. Het hele terrein wordt opgesplitst in zes ‘bouwvelden’. Van oost naar west langs de Industrieweg zijn dat een gemengde functie zonder bedrijven achter de beide arbeiderswoningen, in het midden de huidige boerderij die een horecafunctie krijgt en aan de westzijde een boomgaard met daarachter ruimte voor een bedrijfsfunctie.

Veel bedrijfsruimte extra
Achter de drie eerder genoemde ‘slagen’ is aan de oostzijde een parkeerveld ingetekend. In het midden, achter de huidige boerderij,  is een vlak bestemd voor bedrijfsruimte. Aan de westzijde, achter de ingetekende boomgaard, is eveneens een vlak voor bedrijfsruimte. Deze ontwikkeling voorziet in een toename van circa 3.000-4.000 m2 aan bedrijfsruimte. De bedrijfsvlakken worden in de tekening ontsloten via de Nijverheidsweg. Volgens het college zijn omliggende bedrijven en bewoners ingelicht en positief over de plannen.

Verkeersintensiteit en veiligheid
Er zijn wel enkele kritische aandachtspunten die van invloed kunnen zijn op de toekomstige functionele invulling. Door toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen, zoals de woningbouw in Maricken II, neemt de intensiteit van de Industrieweg verder toe. Daardoor komen zowel de bereikbaarheid als de verkeersdoorstroming onder druk te staan. Het college geeft al aan dat de bereikbaarheid van het plangebied voor fietsers en voetgangers in de huidige situatie ontoereikend is. Dit houdt in dat er maatregelen genomen moeten worden om de bereikbaarheid en verkeersveiligheid van deze kwetsbare doelgroepen te waarborgen. Over hoe dat moet, wordt nog niets vermeld.

Weigerachtige opstelling
Al meer dan 20 jaar geleden probeerde de gemeente de toenmalige eigenaar van de monumentale boerderij te bewegen het gebouw te onderhouden. Die pogingen bleven zonder resultaat. In 2019 maakte de gemeente bekend dat het om moedwillige verwaarlozing ging. Toenmalig wethouder Marja Becker – nu raadslid voor de Seniorenpartij – liet destijds weten “dat wij als gemeente belang hechten aan onze monumenten en bewuste verwaarlozing niet accepteren.” Uit gemeentelijke stukken blijkt dat de toenmalige eigenaar volhardde in een weigerachtige opstelling.

Einde aan tegenwerking
Dat gebeurde ondanks een ‘instandhoudingsplicht’, die sinds 2016 van toepassing was voor eigenaren van monumenten. Dit hield in dat het bewust nalaten van onderhoud aan een monument strafbaar was. De gemeente startte een handhavingstraject met dwangsommen. Toch bleef het voor de gemeente ingewikkeld om onderhoud aan het monument af te dwingen. Aan die lange periode van tegenwerking lijkt nu een einde te komen.

Foto is aangeleverd